Uit het logboek van de Sandown

In 1794 lag de Engelse slavenhaler Sandown voor anker voor de kust van West-Afrika, wachtend op slaven. Toen de slavenkaravanen arriveerden maakte schipper Samuel Gamble er een tekening van, voor het logboek (het dagboek van het schip). Hier die bladzijde uit dat logboek, en hiernaast de vertaling pijltje

Slavenkaravaan

“De slavenkaravanen kwamen pas in december en januari, want in november regende het zoveel dat de rivieren overstroomden en de wegen onbegaanbaar werden.

Ze komen van heel ver uit het binnenland, soms wel meer dan duizend kilometer hiervandaan. De bewakers zijn bewapend met pijl en boog, en speren met punten die ze insmeren met gif. Ze gaan er trots op dat ze nooit hun doel missen.

De slaven zijn vastgebonden met een lange stok om hun nek, die weer vastzit aan het middel van degene die erachter loopt. Op deze manier kan één bewaker een groep van wel vijftig slaven sturen en stil laten staan wanneer hij maar wil.

's Nachts worden de handen van de slaven achter hun rug vastgebonden, waardoor ze alleen met grote moeite kunnen gaan liggen. Soms laten ze de vrouwen en kleine kinderen los meelopen, maar altijd met een bewaker om te zorgen dat ze er niet vandoorgaan.”