De Middelburgse dominee Bernardus Smytegelt (1665-1739) vond slavernij in strijd met het achtste gebod: Gij zult niet stelen. God zal deze mensendiefstal wreken, waarschuwde de dominee. Er zijn verschillende soorten van mensendiefstal, vond Smytegelt: een bedelaar die een kind steelt om ermee uit bedelen te gaan, het lokken van rijke of mooie kinderen door kloosterlingen om in een klooster te gaan leven, en het schaken en/of verleiden van iemands dochter. Maar de ergste vorm van mensendiefstal was voor hem de slavenhandel. Letterlijk zei de dominee: "Eerst kunnen wy grove dieverye begaan met eenen mensch te steelen. Dat soort van dievery wort begaan in den slaafhandel: die eenen mensche steelt, zeid God, zal zeekerlyk gedood worden. |