De tekst van dominee Godefridus Udemans over slavernij in zijn boek 't Geestelyck Roer van 't Coopmans Schip, uit 1638Vertaald naar hedendaags Nederlands staat hier: "Wat betreft de heidenen of de islamieten, die mogen door de christenen als slaven gebruikt worden als ze in een rechtvaardige oorlog gevangen zijn, of als ze van hun ouders of andere rechtmatige eigenaren voor een eerlijke prijs zijn gekocht, zoals dat nu gebeurt in Afrika, want dit komt overeen met de Goddelijke Wet, Leviticus 25, 44-46."
|