Slavenhaler: jeugdroman over slavernij en slavenhandel
Slavenhaler, spannende historische jeugdroman over slavernij en slavenhandel, door Rob Ruggenberg. Uitgeverij Queridokind, Amsterdam, 2007.
De feiten achter het jeugdboek Slavenhaler, handig voor een spreekbeurt over slaven of slavernij. Deze razendspannende historische jeugdroman, boek voor de jeugd, over slaven, slavinnen, slavernij, slavenschepen, driehoekshandel en slavenhandel speelt zich af tijdens de zeventiende eeuw, in de begintijd van de Nederlandse slavenhandel tussen Afrika en Brazilië, dat toen een Nederlandse kolonie was, ook bekend als Nederlands-Brazilië of als Nieuw Holland, bestuurd door graaf Johan Maurits van Nassau die wij kennen als degene die in Den Haag het Mauritshuis heeft gebouwd.
Deze website bevat aanvullende informatie over slavernij en de slavenhandel in de 17de eeuw, speciaal voor scholieren, scholen en studenten en voor onderwijzers, leraren en docenten. Handig voor een spreekbeurt of werkstuk over slaven, driehoekshandel, slavernij of slavenhandel. Er zijn ongeveer tweehonderd illustraties, zoals kaarten en plattegronden, foto's en schilderijen uit de zestiende en zeventiende eeuw te zien en veel daarvan zijn ook te downloaden voor een werkstuk, spreekbeurt of presentatie over slavernij, of over de handel in slaven, niet alleen door blanken, maar ook de negers die in slaven handelden.. De aankopen gebeurden vaak met kauri-schelpen, ook wel boesjes genoemd.
Spreekbeurt of werkstuk
Afbeeldingen van: slavenschip, slaaf, slavin, brandmerken op het strand, brandijzer, slavenhandelaar, slavenkooi, slavenstad, slavenkust (met name in Arder en Groot-Arder, tegenwoordig in Benin, ook wel geschreven als Ardra), de Goudkust in Afrika (tegenwoordig Ghana), slavenfort en slavenkasteel. Voor een spreekbeurt of werkstuk over slaven, slavenhandel of slavernij zijn er ook foto's, tekeningen, gravures en schilderijen van slavenschepen, slaven, slavinnen, brandmerken, brandijzers, slavenhandelaren, slavenkooien, slavenforten, slavenkastelen (zoals Elmina), betaalschelpjes, ook wel boesjes (kauri-schelpjes) genoemd. Die schelpjes keutjes is de Zeeuwse benaming, worden soms aan het strand bij Westkapelle, in Zeeland gevonden.
Voor scholieren en studenten die een spreekbeurt houden, of een werkstuk maken, of een leesverslag of recensie van de historische jeugdroman 'Slavenhaler' willen schrijven, of over de Middenpassage, driehoekshandel, de transatlantische slavenhandel of over slavernij vroeger en de slavernij vandaag de dag in het algemeen, of over de zogeheten driehoekshandel, is er een handige opsomming van feiten.
Driehoekshandel
Slavenhaler is een cool en razendspannend boek voor de jeugd, jongeren, tieners, en maakt gebruik van de nieuwste recentste wetenschappelijke inzichten mbt de slavernij en het Nederlandse aandeel in de slavenhandel. De zogenaamde driehoekshandel was in handen van internationaal werkende bedrijven, zoals de West-Indische Compagnie en de Middelburgsche Commercie Compagnie. De jeugdroman vertelt over de hoofdpersonen, Obaa Huhuni, een bruin, halfbloed meisje (mulat of mulattin), Kofi, een zwarte man, een neger, en Tyn, een witte (blanke) jongen. Hun karakter ontwikkeling is interessant. Vijanden worden vrienden en omgekeerd.
De website heeft ook veel extra informatie, bijvoorbeeld over fort of kasteel Elmina, gelegen aan de Goudkust, en 235 jaar lang het Afrikaanse hoofdkantoor van de West-Indische Compagnie. Dat komt van pas als je een spreekbeurt houdt of een werkstuk maakt over slaven, slavenhandel of slavernij. Ook heeft de site een vertaling van het gedicht Het Slavenschip van Heinrich Heine, omdat dit gedicht precies de mentaliteit van de slavenhalers beschrijft, waarbij geld boven alles gaat.
Slavenkust
De jeugdroman speelt zich voor een deel af in Afrika, aan de Goudkust en de Slavenkust, in het tegenwoordige Ghana en Benin. Aan deze Afrikaanse kusten speelt de jeugdroman zich vooral af in de plaatsen Chama, Arder (Ardre) en Groot-Arder, terwijl ook kasteel Elmina, ook bekend onder de Portugese naam Sao Jorge da Mina, ter sprake komt. In kasteel Elmina zetelde de West-Indische Compagnie.
Slavenhaler beschrijft de lotgevallen van Obaa, een meisje, een mulattin, dochter van een Nederlandse (Vlissingse) slavenhandelaar en een zwarte vrouw. Hij heeft ook een zoon, Tyn, blank, en die gaat op als scheepsjongen op een slavenschip, een slavenhaler dus, op zoek naar zijn halfzusje Obaa. Het boek beschrijft ook de wijze waarop de Nederlanders handel dreven aan de Slavenkust, bijvoorbeeld in Arder en bij de koning van Groot-Arder. Op de site staat ook een brief van slavenkoopman Willem Bosman, die in Elmina zetelde en die beschrijft hoe de aankoop van slaven in zijn werk gaat, alsmede het brandmerken en het vervoer. Hij schrijft ook over opstand. Die brief is goed te gebruiken bij een spreekbeurt over slaven of slavernij of slavenhandel.
Ashanti
In het boek 'Slavenhaler' en op de Slavenhaler-website wordt duidelijk dat negers negers verkochen: de aanvoer van slaven naar de Afrikaanse kust was in handen van negers, vaak leden van de Ashanti-stam. Op de site wordt uitgelegd hoe en waarom deze neger-slavenhandelaren hun stamgenoten en leden van andere stammen verkochten. Dat kun je ook goed gebruiken in de slavernij spreekbeurt, of in je werkstuk over slaven of slavenhandel.
Er is een afschuwelijke overtocht, deze zeereis, de zogenaamde Midden-Passage, waarbij de verschrikkingen van het slaventransport uitvoerig worden beschreven. Het brandmerken voordat de reis begint, de storm, ziekte en dood, slavenopstand, kapers - niets blijft de opvarenden (bemanning en slaven) bespaard. De slavenhaler, het slavenschip waarop zich het drama afspeelt, heet de Roode Cameel. De slavenschepen waren vaak gewone koopvaarders die in Afrika werden omgebouwd, er werden verdiepingen, etages in de ruimen aangebracht, tot slavenschip.
Brazilie
Het laatste deel van Slavenhaler speelt zich af in Brazilië, dat toen onder Nederlands bestuur stond, in casu van de West-Indische Compagnie WIC, die er als gouverneur Johan Maurits van Nassau-Siegen heenstuurde, een achterneef van Willem van Oranje en iemand die geen probleem had met slavernij of slavenhandel en zelf ook slaven en slavinnen had, temeer omdat de dominees, onder wie Godfried Udemans uit Zierikzee, zeiden dat de bijbel slavernij goedpraat.
Met de WIC winsten die Maurits in Brazilië maakte op de suikerteelt (die niet mogelijk was zonder de grootscheepse inzet van zwarte slaven) bouwde hij in Den Haag zijn Mauritshuis. Het boek voor jongeren, het jeugdboek, vertelt over de leefwijze in Recife, waar de WIC een basis had en waar de negers (slaven en slavinnen) verhandeld werden, vaak door de joden in Recife, die woonden aan of in de Bokkestraat, of Bokkenstraat, ook wel Jodenstraat genoemd. D
De Nederlandse soldaten werden bij hun jacht op weggelopen negers, slaven, geholpen door de Tapoeyers, ofwel Tapuyas, een wilde indianenstam, menseneters, kannibalen, ze aten hun vijanden op, maar ook hun dode dorpsgenoten, ook zelfs hun doodgeboren kinderen.
Palmares
De hoofdfiguren uit dit boek, het bruine halfbloedmeisje Obaa en de zwarte neger Kofi en de blanke jongen Tyn vluchten uit Recife en zoeken na een gevaarlijke, ijzingwekkende tocht door het Braziliaanse regenwoud, veiligheid in het vluchtoord Palmares, beter bekend als de vluchtstad Quilombo dos Palmares, het vluchtoord van de palmen, in het Braziliaanse binnenland. Tot aan de poorten van Palmares worden ze achtervolgd door kapitein Johan Listry, die vergezeld is van soldaten en van Tapoeyers, ook bekend onder de naam Tapoeyers. Daar, bij Palmares, speelt zich de climax van het boek af.