Het Slavenschip — vervolg

Slavenschip in volle zee. Klik op de afbeelding om terug te keren naar het feiten overzicht

StarSlavenschip in volle zee, met slaven aan dek

Vervolg van het gedicht Het Slavenschip van Heinrich Heine.

...Die laat ik nederknuppelen."

Deel II

Vele duizenden sterren staren met
Iets smachtends, hoog aan het blauwe
Uitspansel; daar glanzen ze, groot en wijs,
Als ogen van mooie vrouwen.

Ze kijken naar de zee omlaag;
Waar ook de blik mag waren,
Gloort fosforescerend purperwaas;
Wellustig kirren de baren.

Er klappert geen zeil aan het slavenschip,
Het ligt bekant onttakeld;
Wel flakkren lantarens op het dek,
Het dansorkest maakt spektakel.

De dokter blaast op de trompet,
De stuurman strijkt op de vedel,
Een scheepsjongen roert de trom erbij,
De kok weet de fluit te bespelen.

Wel honderd negers, man en vrouw,
Die juichen en draaien en springen
Als gekken dooreen; bij iedere sprong
Klinkt maatvast hun ketengerinkel.

Zo stampen ze rond met razende zin,
En menige zwarte schone
Vliegt wulps om de hals van haar naakte gezel
Te midden van klaaglijke tonen.

De beul is maître des plaisirs;
Door er op los te zwepen
Moedigt hij de vermoeiden aan,
En weet ze op te zwepen.

Van diedeldomdijne, van kledderedets!
Het lawaai lokt uit de diepten
Der waterwereld de monsters omhoog
Die daar hun tijd versliepen.

Slaapdronken zwemmen ze naderbij,
De haaien, wel menig honderd,
Ze kijken met grote ogen naar 't schip
En lijken totaal overdonderd.

Ze zien dat de tijd van het ontbijt
Nog niet is gekomen en gapen,
Wijd sperren ze hun muil, hun met
Zaagtanden beplante kaken.

Van diedeldomdijne, van kledderedets,
De dansenden zijn niet te stuiten.
Je ziet hoe de haaien van ongeduld
Zich al in hun staarten bijten.

Ze houden vermoedelijk niet van muziek,
Zomin als veel andere beesten.
Vertrouw geen dier dat niet houdt van muziek!
Zegt de grootste van Albions poëten.

Van kledderedets en van diedeldomdij —
Er komt maar geen eind aan het dansen.
Bij de fokkemast staat Mynheer Van Koek,
En bevend vouwt hij de handen:

"Spaar toch het zondig leven, o Heer,
Van die zwarten, om Christus' wille!
Vertoornen ze u, bedenkt u dan:
Het zijn maar stomme wilden.

Spaar hun het leven om Christus' wil,
Hij die ons bevrijd heeft van 't kwaaie!
Want resten er mij geen driehonderd stuks,
Dan is mijn bedrijf naar de haaien.'


Terug naar het eerste deel van dit gedicht

Het Slavenschip is vertaald door Peter Verstegen. Hij behoort tot de belangrijkste vertalers in ons land. Voor zijn literaire vertaalwerk kreeg hij al in 1973 de Martinus Nijhoffprijs en 2005 de vertaalprijs van het Fonds voor de letteren.

Gele scheidingslijn

Meer weten?

Gele stip Wil je meer weten? Bestudeer zelf de bronnen (boeken en artikelen), die schrijver Rob Ruggenberg over dit onderwerp heeft gelezen.

Gele scheidingslijn

Terug naar het feiten overzicht.